De International Early Learning and Child Well-Being Study (IELS) is een internationaal vergelijkend onderzoek dat gecoördineerd wordt door de OESO. Het onderzoek brengt kennis en vaardigheden van vijfjarige leerlingen in kaarten beslaat vier domeinen waarvan aangetoond is dat ze voorspellend zijn voor de verdere schoolloopbaan en algemeen welzijn: beginnende geletterdheid, beginnende gecijferdheid, zelfregulatie en sociaal-emotionele ontwikkeling. Resultaten helpen overheden in het bepalen van beleid, maar ook schoolleiders, leerkrachten, ouders en andere betrokkenen om elke leerling de sterkste start mogelijk te geven.
De pilotstudie van IELS vond plaats in 2018 in de Verenigde Staten, Engeland en Estland. Nederland neemt in 2025 voor het eerst deel aan. Het onderzoek wordt uitgevoerd door een consortium van onderzoeksinstellingen (KBA Nijmegen en het Expertisecentrum Nederlands). Zij voeren dit uit in opdracht van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW).
Naast de taakjes voor de leerlingen, vullen ook leerkrachten en ouders van deelnemende leerlingen een vragenlijst in. Door via meerdere bronnen informatie te verzamelen over de leerlingen en de omgeving waarin zij opgroeien, kunnen de resultaten in perspectief geplaatst worden en zijn bijkomende analyses mogelijk.
Meer informatie over het onderzoek kan gevonden worden op de website van de OESO en de digitale brochure. For English speaking parents: the brochure is also available in English, click here to view it.
Heeft u vragen, bijvoorbeeld naar aanleiding van de uitnodigingsbrief, neem dan contact met ons op. Dit kan door een e-mail te sturen naar IELS@kbanijmegen.nl
For English speaking parents: the brochure is also available in English, click here to view it.
Elk kind heeft recht op een goede voorbereiding op de maatschappij. Onderwijs speelt hierbij een belangrijke rol. IELS helpt om de kennis en vaardigheden van vijfjarigen in kaart te brengen en beter te begrijpen. Het onderzoek kijkt naar vier belangrijke gebieden die invloed hebben op de schoolloopbaan en het welzijn: sociale en emotionele ontwikkeling, zelfcontrole, beginnende geletterdheid en beginnende gecijferdheid. De resultaten van dit onderzoek vullen andere grote onderzoeken aan, zoals PIRLS, PISA en TALIS, en ook de nationale peilingsonderzoeken. Daarnaast geven de resultaten van IELS belangrijke informatie aan beleidsmakers, leerkrachten en ouders over wat het vroege leerproces van kinderen beïnvloedt. Met deze informatie kan Nederland werken aan het verbeteren van de leerresultaten en het welzijn van jonge kinderen.
Binnen IELS wordt er gekeken naar een breed scala aan ontwikkelingsgebieden. De onderzochte vaardigheden zijn divers en relevant voor verschillende situaties en doelen. Hoewel deze vaardigheden slechts een selectie zijn uit een veel grotere groep van vaardigheden van kinderen, vormen ze een evenwichtige mix van cognitieve, sociale en emotionele vaardigheden die belangrijk zijn voor het leven en welzijn van kinderen op de lange termijn.
De taken op de tablet, die bestaan uit verhalen en spelletjes, zijn leuk en geschikt voor de leeftijd van de leerlingen. Naast het beantwoorden van vragen door te kiezen uit drie mogelijkheden, krijgen leerlingen ook taken die lijken op het werken met echte materialen. Leerlingen wordt bijvoorbeeld gevraagd om vormen te sorteren, patronen af te maken en bepaalde reeksen te onthouden en de juiste volgorde aan te tikken. Tijdens de proefmeting was de feedback van de leerlingen heel positief, zowel over de verhalen als de spelletjes. In dit onderzoek is gekozen voor het werken met een tablet, omdat op deze manier de afname van de taken zo goed mogelijk gestandaardiseerd kan worden zodat alle leerlingen de taken op dezelfde manier aangeboden krijgen, niet alleen in Nederland maar ook wereldwijd.
Het welzijn van de leerlingen is heel belangrijk, en we doen er alles aan om dat te waarborgen. Een ervaren toetsleider haalt de leerling uit de klas en zorgt ervoor dat deze zich veilig en op zijn gemak voelt. Dit wordt gedaan door met leerlingen een spelletje te spelen, een gesprekje te voeren over iets wat de leerling interesseert of een andere manier passend bij de leerling. Leerlingen kunnen op elk moment stoppen of een pauze nemen. De opdrachten op de tablet zijn eenvoudig en leuk, en ze worden gepresenteerd als verhalen en spelletjes. Elke leerling krijgt persoonlijke ondersteuning van de toetsleider. Zelfs leerlingen zonder ervaring met tablets kunnen de taken goed begrijpen en uitvoeren. De eerste reacties van de leerlingen over het materiaal zijn erg positief. Ze vinden de verhalen, spelletjes en de touchscreen-functie van de tablets leuk.
De selectie van leerlingen is volstrekt willekeurig. Er worden 18 leerlingen gekozen uit de volledige groep vijfjarigen op school (geboren tussen 1 maart 2019 t/m 29 februari 2020). Zowel de school als het onderzoeksteam hebben geen invloed op de selectie van de leerlingen. Indien een school minder dan 18 vijfjarige leerlingen heeft, doen alle leerlingen mee.
De deelname van de leerlingen is vrijwillig. Leerlingen kunnen een vraag overslaan als ze die niet willen beantwoorden. De verschillende taakjes die de leerlingen maken worden op een speelse manier aangeboden en ze mogen op elk moment stoppen of pauzeren.
We nemen in principe alle leerlingen mee in het onderzoek, omdat deze leerlingen ook tot de populatie behoren. Hoewel er taken tussen zitten rondom geletterdheid, zijn niet alle taken talig van aard. Bepaalde onderdelen gaan bijvoorbeeld over geheugen en zelfinhibitie. Voor het uitvoeren van deze taken is taal minder relevant. Een leerling mag altijd proberen om de taken te maken. Als een taak (vanwege de taal) te lastig blijkt te zijn, wordt de afname gestopt. Als een leerling niet mee kan doen, worden de leerkracht en ouders wel alsnog gevraagd om de vragenlijsten in te vullen om op deze manier informatie te krijgen over de leerling.
De leerkrachten vullen een vragenlijst in over het onderwijs op school en over de ontwikkeling van de deelnemende leerlingen. Tijdens de afname van het onderzoek hoeft de leerkracht niks te doen. Een bekwame en getrainde toetsleider haalt de leerling op uit de klas en verzorgt de volledige afname.
De leerkracht(en) van de geselecteerde leerlingen wordt gevraagd een vragenlijst in te vullen. Wanneer er sprake is van duopartners (twee leerkrachten voor één klas) vult de leerkracht die de leerlingen het beste kent de vragenlijst in. De vragenlijst bestaat uit twee delen:
Het zijn allemaal meerkeuzevragen, er zijn dus geen vragen waarbij leerkrachten zelf een antwoord moeten typen. Leerkrachten krijgen ruim de tijd om de vragenlijst in te vullen. Het invullen gebeurt in een onlinesysteem en kan tussendoor gestopt en op een later moment hervat worden. Antwoorden worden automatisch opgeslagen.
Nee, in dit onderzoek wordt er gewerkt met ‘passieve toestemming’. Dit is mogelijk, omdat het onderzoek anoniem is en gegevens niet herleidbaar zijn naar leerlingen. Passieve toestemming houdt in dat een leerling meedoet tenzij er actief bezwaar wordt gemaakt door de ouders. Wij sturen informatiebrieven voor de ouders naar de school toe waarin staat beschreven hoe ouders bezwaar kunnen maken. Wanneer ouders dit doen, wordt hun kind buiten het onderzoek gelaten.
Deelnemende leerlingen krijgen een vragenlijst voor de ouders mee naar huis. Ouders kunnen deze vragenlijst digitaal of op papier invullen. Wanneer ze kiezen voor het gebruiken van de papieren vragenlijst, kunnen ze deze zelf terugsturen naar het onderzoeksteam door gebruik te maken van de meegeleverde retourenveloppe. Leerkrachten hoeven de vragenlijsten dus niet in te nemen en hoeven ook niet bij te houden welke ouders de vragenlijst wel en niet hebben ingevuld. Ook hoeft er vanuit school geen herinnering aan de ouders gestuurd te worden.
De informatiebrief voor ouders is geschreven op B1-niveau. Daarnaast is de brief vertaald naar verschillende talen. Naast het Nederlands is de informatiebrief voor ouders van geselecteerde leerlingen beschikbaar in het:
Ja. Om deel te nemen aan het onderzoek hebben we alleen een werkplekje nodig waar leerlingen rustig kunnen zitten. Dit kan in een leeg lokaal of een aparte ruimte zijn, maar kan bijvoorbeeld ook in de koffiekamer, de gymzaal of op de gang. Als er maar één plekje is op school, kan de school ook deelnemen. Dan hebben we alleen meer dagen nodig op school.
In veel gevallen is het brinnummer van de school leidend. Zodra u gebeld wordt, bekijkt u samen met een onderzoeksassistent wat er precies veranderd is en wat eventuele consequenties hiervan zijn.