Oefentherapeuten zijn paramedici die zich richten op de behandeling en voorkoming van klachten die te maken hebben met het bewegingsapparaat. Ze baseren zich daarbij op de visie van Mensendieck of Cesar. Beide therapeuten streven gedragsverandering na, waarbij de oefentherapeut Cesar een sterker accent legt op ritmiek en dynamiek en minder nadruk op verbale aspecten die in de methode Mensendieck van belang zijn. Beide beroepsgroepen kennen een eigen beroepsopleiding, oefentherapeuten Mensendieck bij de Hogeschool van Amsterdam en oefentherapeuten Cesar bij de Hogeschool Utrecht. De belangstelling voor de opleidingen neemt jaarlijks toe; bij de opleiding Oefentherapie Mensendieck gebeurt dat geleidelijk, maar bij de opleiding Oefentherapie Cesar is sprake van een bijzonder sterke stijging van de instroom.
De snelle stijging van het aantal eerstejaars in de opleiding Oefentherapie Cesar rechtvaardigt de vraag wat de behoefte is aan dergelijke beroepskrachten, zeker gezien het totaal aantal oefentherapeuten Cesar dat in Nederland werkzaam is. De Hogeschool Utrecht en de Hogeschool van Amsterdam hebben KBA daarom gevraagd daar onderzoek naar te doen. Behalve op de vraag naar oefentherapeuten, moet het onderzoek ook in kaart brengen wat de gevolgen zijn van ontwikkelingen in de zorg en op de zorgarbeidsmarkt voor het beroepsprofiel van oefentherapeuten. Gezien de grote raakvlakken tussen oefentherapeuten Cesar en Mensendieck (zo is er één Beroepsprofiel Oefentherapeut) heeft het onderzoek op beide beroepsgroepen betrekking.
Download de publicatie hieronder.
Auteurs: drs. Mariska Roelofs