In Nederland werken ruim 100.000 mensen met een lichamelijke, psychische of verstandelijke beperking in de sociale werkvoorziening. Zij zijn onder andere werkzaam in speciale bedrijven voor sociale werkvoorziening; de zogenoemde sw-bedrijven of sociale werkplaatsen. Bij de 90 sw-bedrijven zijn zo’n 11.000 professionals betrokken bij het begeleiden van mensen in en naar zo regulier mogelijk werk. Dit betekent dat deze groep ook een belangrijke taak heeft op het gebied van arbeidsontwikkeling. De feitelijke begeleiding van medewerkers (wsw-geïndiceerden en andere doelgroepen) gebeurt door werkleiders, die van origine vaak vaklieden zijn. Binnen de kwalificatiestructuur kunnen werkleiders worden opgeleid via de kwalificatiedossiers Medewerker maatschappelijke zorg op niveau 3 of 4, Praktijkopleider op niveau 4 of via kwalificatiedossiers van andere sectoren. De vraag is of deze dossiers de geëigende opleidingsvoorziening voor werkleiders zijn of dat een andere vaste plek binnen de kwalificatiestructuur meer recht zou doen aan de eisen die aan dat beroep worden gesteld. Om dat te bepalen én als mogelijke opmaat voor het opstellen van een beroepscompetentieprofiel van werkleiders, dient eerst de beroepsgroep in kaart te worden gebracht. Calibris (kenniscentrum voor leren in de praktijk in zorg welzijn en sport) heeft in opdracht van Stichting Beheer Collectieve Middelen (SBCM), die in deze samenwerkt met Cedris (de brancheorganisatie voor sw-bedrijven), KBA gevraagd daar onderzoek naar te doen.
Download de publicatie hieronder.
Auteurs: Rita Kennis MSc