Dit rapport bevat de uitkomsten van het onderzoek bij vijf mbo-instellingen in de regio Utrecht naar de VSV-aanpak en de effecten daarvan. Het onderzoek richt zich op het schooljaar 2013-2014 en is uitgevoerd in het kader van de Regiomonitor VSV Utrecht.
Voortijdig schoolverlaten blijft een belangrijk agendapunt bij de vijf Utrechtse mbo-instellingen. De cijfers laten een verdere daling van het aantal VSV-ers zien. Er ontwikkelt zich een aanpak in twee sporen. Het ene spoor is gericht op verbetering van processen in en rond het primaire onderwijsproces: intake, verzuimbeleid, studieloopbaanbegeleiding. Het lijkt erop dat de investeringen in begeleiding, intake en LOB hun vruchten afwerpen. Het andere spoor richt zich op jongeren met een verhoogd risico op uitval, de kwetsbare jongeren. De mbo-instellingen moeten grote inspanningen doen om jongeren met meervoudige, complexe problematiek te ondersteunen en te behoeden voor uitval. Zichtbaar is een sterk toegenomen inzet van Plus MBO, signalen van verzwaring van de deelnemerspopulatie in de tweede lijn en een groot aantal ondersteuningstrajecten gericht op psychosociale problematiek.
Deze twee sporen krijgen in de bredere beleidsontwikkelingen in het mbo (Passend Onderwijs, Focus op Vakmanschap) een andere betekenis. Het rapport werpt een blik vooruit op de veranderingen in de aanpak van voortijdig schoolverlaten in de komende jaren.
De Regiomonitor VSV Utrecht heeft tot doel om beleid en maatregelen ter bestrijding van voortijdig schoolverlaten te monitoren en te evalueren. In de monitor worden jongeren in de provincie Utrecht gevolgd in hun schoolloopbaan. De Regiomonitor is ontwikkeld met financiële steun van de gemeente Utrecht en is ook eigendom van de gemeente Utrecht.
De Regiomonitor wordt uitgevoerd door het Kenniscentrum Beroepsonderwijs Arbeidsmarkt (KBA) te Nijmegen.
Auteurs: drs. Ton Eimers, Rita Kennis MSc, drs. Erik Keppels, drs. Mariska Roelofs