Deze rapportage bevat de uitkomsten van het onderzoek bij zes mbo-instellingen in de regio Utrecht naar de VSV-aanpak en de effecten daarvan. Het onderzoek is verricht in het kader van de Regiomonitor VSV Utrecht en heeft betrekking op het schooljaar 2015-2016.
De verdunning van de problematiek roept de vraag op hoe een verdere daling van VSV kan worden bewerkstelligd. De grote slagen op het gebied van aanwezigheidsregistratie, verzuimmeldingen, tweedelijns ondersteuning en toelating zijn gemaakt. Ook daar is nog vooruitgang te boeken, maar de vraag is of daarmee het probleem van de nog overgebleven VSV kan worden aangepakt.
In eerdere Regiomonitor-rapportages is beschreven hoe de aanpak van voortijdig schoolverlaten zich in de toekomst langs twee sporen zal bewegen. Het eerste spoor is dat van kwaliteit van onderwijs en onderwijsprocessen, het tweede spoor is dat van de jongeren met een verhoogd risico van uitval. Om de vraag te beantwoorden waar en hoe in de toekomst nog winst geboekt kan worden in de VSV-aanpak binnen de mbo-instelling, zijn in het onderzoek van dit jaar de twee geschetste sporen gevolgd. In het onderzoek is dat benoemd als enerzijds de ‘factor student’ en anderzijds de ‘factor opleiding’ en ‘factor tweedelijns ondersteuning’. In de rapportage is de rol en invloed van de factoren in het verder terugdringen van uitval en VSV beschreven.
De Regiomonitor VSV Utrecht heeft tot doel om beleid en maatregelen ter bestrijding van voortijdig schoolverlaten te monitoren en te evalueren. In de monitor worden jongeren in de RMC-regio Utrecht gevolgd in hun schoolloopbaan.
De Regiomonitor VSV Utrecht is ontwikkeld met financiële steun van de gemeente Utrecht en wordt uitgevoerd door KBA Nijmegen.
Auteurs: drs. Ton Eimers, Rita Kennis MSc, drs. Mariska Roelofs