De problematiek van het voortijdig schoolverlaten is reeds decennialang een hardnekkig verschijnsel. Sinds een aantal jaren staat het vraagstuk hoog op de Europese onderwijsagenda. Een diversiteit aan benaderingen, methodieken en instrumenten wordt op beleidsmatig en operationeel niveau ingezet, om te werken aan de reductie van het probleem. Een benadering die, hetzij meer gericht is op de verandering van het onderwijssysteem in relatie tot zijn omgeving, hetzij meer de nadruk legt op interventies, die de persoon van de voortijdige schoolverlater direct raken. In deze studie is voor zes steden nagegaan, op welke wijze het onderhavige vraagstuk wordt aangepakt binnen een stedelijke en nationaal kaderstellende context. Het gaat om drie Nederlandse steden (Amsterdam, Dordrecht en Utrecht) en om de steden Antwerpen, Hamburg en Leeds.
Auteurs: drs. Ton Eimers, drs. Paul den Boer