In hoeverre is de invoering van de nieuwe kwalificatiedossiers in het middelbaar beroepsonderwijs “Dijsselbloem-proof”? Dat is een vraag die de Tweede Kamer zich stelde naar aanleiding van het eindrapport “Tijd voor Onderwijs” van de Commissie Parlementair Onderzoek Onderwijsvernieuwingen (Commissie Dijsselbloem). De Tweede Kamer heeft in juli 2008 ingestemd met het voorstel van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) om hier een onderzoek naar te verrichten.
Het doel van het onderzoek is om de Tweede Kamer informatie te verstrekken waarmee zij de invoering van de nieuwe kwalificatiedossiers in het mbo kan beoordelen en een weloverwogen beslissing kan nemen over de wetgeving die hierbij het sluitstuk vormt. Het onderzoek werd in het najaar 2008 uitgevoerd en begin 2009 afgerond. Op woensdag 11 februari 2009 kwam de Kamer met de resultaten van een eigen parlementair onderzoek naar de invoering van het competentiegericht onderwijs.
Omdat de vragen op verschillende onderwerpen gericht zijn, bestaat het onderzoek uit een viertal deelonderzoeken:
• | Een deelonderzoek naar de randvoorwaarden (geld, tijd en expertise) werd uitgevoerd door IOO; |
• | Een deelonderzoek gericht op het beleidsproces werd uitgevoerd door het BOR (Bureau Onderzoek en Rijksuitgaven Tweede Kamer); |
• | Een internationaal vergelijkend deelonderzoek naar de inhoud van de kwalificatiedossiers werd uitgevoerd door KBA, zie publicatie hieronder; |
• | Een deelonderzoek naar het draagvlak onder werkgevers, besturen, schoolleiders, docenten en leerlingen werd uitgevoerd door Regioplan (rapport) |
KBA heeft deelonderzoek 3 voor haar rekening genomen, dit onderzoek kunt hieronder downloaden.
Auteurs: Rita Kennis MSc