In opdracht van de NVZ en Calibris, heeft KBA onderzoek gedaan naar de eisen die algemene ziekenhuizen stellen aan beginnend verpleegkundigen. Aanleiding daarvoor was de toenemende kritiek op de kwaliteit van de uitstroom uit de verpleegkundige beroepsopleidingen. Ook willen de algemene ziekenhuizen (weer) meer betrokken raken bij de opleiding van verpleegkundigen. Het onderzoek was de eerste fase uit een langer lopend traject, met als uiteindelijke doel de verpleegkundige beroepsopleidingen te verbeteren.
Centrale vraag in het onderzoek was over welke kennis, inzichten en vaardigheden beginnende verpleegkundigen dienen te beschikken om in 2012 te kunnen functioneren in het algemene ziekenhuis. Ook moest het onderzoek uitwijzen welke rol de algemene ziekenhuizen willen vervullen bij de invulling van het verpleegkundig onderwijs. Ten slotte diende in kaart te worden gebracht op welke wijze kunnen de wenselijke kennis, inzichten en vaardigheden binnen het beroepswerkveld en de beroepsopleiding geïmplementeerd worden.
Het onderzoek bestond uit diverse activiteiten waarbij steeds diverse functionarissen uit de algemene ziekenhuizen waren betrokken:
• | interviews in ziekenhuizen – 62 informanten uit 21 ziekenhuizen; |
• | een schriftelijk enquête naar verpleegtechnische handelingen – 34 respondenten uit 21 ziekenhuizen; |
• | een bijeenkomst met een klankbordgroep – 12 deelnemers uit 8 ziekenhuizen; |
• | een enquête naar verpleegtechnische handelingen – 55 respondenten uit 45 ziekenhuizen; |
• | een conferentie – 33 deelnemers uit 21 ziekenhuizen. |
n het onderzoek is vastgesteld dat bij de taken uit het huidige beroepscompetentieprofiel van de (vakvolwassen) verpleegkundige, voor de beginnend verpleegkundige het accent ligt op de taken die direct te maken hebben met het verlenen van verpleegkundige zorg: ondersteunen van de zorgvrager bij de persoonlijke verzorging, verpleegtechnisch handelen, begeleiden van de zorgvrager op psychosociaal gebied en zingeving, ondersteunen van de zorgvrager bij het voeren van de regie, preventie toepassen en organiseren van zorg. De andere taken zijn ook van belang, maar gaan volgens de informanten pas later in de loopbaan echt een rol spelen. De kennis, inzichten en vaardigheden waarover beginnend verpleegkundigen moeten beschikken, zijn een afgeleide van de genoemde taken. Hierbij gaat het met name om het kunnen toepassen en beheersen van verpleegtechnische handelingen en kennis van pathologie, fysiologie, anatomie en verpleegkundig rekenen. In het onderzoeksrapport wordt tot op zeer gedetailleerd niveau beschreven wat op deze gebieden in het algemene ziekenhuis van een beginnend verpleegkundige wordt verwacht.
In de algemene ziekenhuizen bestaat een breed gedragen opvatting over de rolverdeling bij het opleiden van verpleegkundigen: de praktijkcomponent dient plaats te vinden in het ziekenhuis, de theoriecomponent op school. Het ziekenhuis is volgens vrijwel alle betrokkenen de plaats bij uitstek waar beginnend verpleegkundigen praktische en verpleegtechnische vaardigheden oefenen en leren beheersen, de rollen als verpleegkundige en de houding die van hen wordt gevraagd kunnen oefenen, situatie leren inschatten en leren omgaan met steeds wisselende omstandigheden. Het onderzoek wijst uit dat algemene ziekenhuizen betrokken willen zijn bij de opleiding van verpleegkundigen en zowel invloed willen hebben op de inhoud van de opleiding als op de wijze waarop die inhoud moet worden gerealiseerd. Volgens de ziekenhuizen is hierbij sprake van een gedeelde verantwoordelijkheid met het verpleegkundig beroepsonderwijs. Ziekenhuizen dienen op alle niveaus (strategisch, tactisch en operationeel) samen op te trekken met het beroepsonderwijs om de opleiding van verpleegkundigen te verbeteren. Eén van de manieren om dat te bereiken is om meer van de ziekenhuispraktijk in de opleiding aan bod te laten komen. De vraag naar de wijze waarop de wenselijke kennis, inzichten en vaardigheden binnen het beroepswerkveld en de beroepsopleiding kunnen worden geïmplementeerd, is in het onderzoek onvoldoende uit de verf gekomen. Reden daarvoor is dat veel informanten het lastig vonden om concreet aan te geven hoe hun wensen ten aanzien van de kwaliteit van beginnend verpleegkundigen en hun opleiding, kunnen worden gerealiseerd. Buiten kijf staat echter de bereidheid om daaraan mee te werken. Bovendien is het voor de ziekenhuizen een uitgemaakte zaak dat zij meer met de verpleegkundige beroepsopleidingen moeten samenwerken om hun wensen te realiseren. Contact met het beroepsonderwijs vinden zij daarvoor cruciaal: de manier waarop dat nu plaatsvindt (veelal incidenteel) moet daarom worden verbeterd. Ook dienen ziekenhuizen met andere zorgaanbieders in de regio vast te stellen wat hun gedeelde opleidingsvraag is en daarover samen contact te hebben met het onderwijs. Een mogelijke aanpak is om in de regio gezamenlijk (door zorgaanbieders en onderwijs) vast te stellen welke problemen er met de opleiding van verpleegkundigen zijn en samen doelen te formuleren om die problemen aan te pakken.
Download de publicatie hieronder.
Auteurs: drs. Paul den Boer