In dit rapport staat onderpresteren van leerlingen in het Nederlandse basisonderwijs centraal. Onderpresteren is gedefinieerd als de discrepantie tussen leerpotentie en schools presteren op het gebied van begrijpend lezen, spelling en rekenen-wiskunde. Met behulp van NCO-data, aan-gevuld met gegevens over leerpotentie en toetsprestaties van leerlingen, is onderzocht in hoe-verre onderpresteren relatief vaker voorkomt bij leerlingen met laagopgeleide ouders, leerlingen met een niet-Westerse migratieachtergrond en jongens. De empirische analyse heeft betrekking op 3.402 leerlingen die in schooljaar 2020-2021 in groep 6 zaten. De resultaten laten zien dat er op het gebied van spelling bij 19 procent van de leerlingen sprake is onderpresteren. Wat betreft begrijpend lezen en rekenen-wiskunde zijn deze percentages respectievelijk 13 en 12 procent. Deze bevindingen maken duidelijk dat er zich nog een reservoir aan verborgen talent bevindt in het basisonderwijs. Tevens is vastgesteld dat onderpresteren vooral voorkomt bij doelgroepleerlingen. In het bijzonder bij leerlingen met laag- en middelbaar opgeleide ouders is sprake van onderpresteren op alle drie leergebieden. Dit maakt dat er voor het beleid gericht op het creëren van gelijke onderwijskansen en het voorkomen en bestrijden van onderwijsachterstanden nog veel werk aan de winkel is.
In het technisch rapport een verslag van hoe de verzameling van de leerpotentiescores ten behoeve van de herijking van de onderwijsachterstandenindicator tot stand is gekomen.
Auteurs: Tessa Jenniskens MSc, dr. Annemarie van Langen, prof. dr. Maarten Wolbers