In verband met haar positiebepaling inzake de ontwikkeling van een Nederlands Kwalificatiekader (NLQF) en de koppeling daarvan aan het Europees kwalificatiekader (EQF), heeft de MBO Raad behoefte aan nadere informatie over de betekenis van de mbo-niveaus, met name van de positie van mbo-niveau 4, in relatie tot de niveau-indeling van het Europees Kwalificatiekader (EQF). De opvattingen van het Coördinatiepunt is dat er, in principe, een één-op-één relatie tussen de niveaus 2 tot en met 4 in het EQF en de mbo-niveaus 2 tot en met 4 is.
Op basis van eerder onderzoek door KBA, waaruit blijkt dat er aanwijzingen zijn die een plaatsing van een aantal van de mbo-4 uitstromen in EQF 5 zouden kunnen rechtvaardigen, plaatst de MBO-Raad vraagtekens bij deze opvatting. Op basis van een analyse van een tiental mbo-4 uitstromen die mogelijk voor een plaatsing op EQF-5 in aanmerking komen, wordt het volgende geconcludeerd:
Vier bevraagde KBB’s geven aan dat men, naast de tien geanalyseerde uitstromen, samen zeker acht andere heeft met kenmerken waardoor ze voor een EQF-inschaling hoger dan niveau 4 in aanmerking kunnen komen. Tenslotte wordt op basis van een literatuuranalyse en gesprekken geconstateerd, dat er ook in Duitsland en in Schotland discussie is over de plaatsing van mbo-niveau 4 kwalificaties in het EQF. In Schotland zijn deze bij de EQF niveaus 4 en 5 ingedeeld; in Duitsland is de besluitvorming over de indeling nog niet afgerond, maar wordt over een indeling op EQF-5 nagedacht. Samenvattend wordt geconcludeerd dat er goede gronden zijn ter onderbouwing van de beleidsbeslissing om high-end mbo-niveau 4 kwalificaties in te delen op EQF niveau 5.
Download de publicatie hieronder.
Auteurs: Rita Kennis MSc