Het Taalcentrum verzorgt in Amersfoort het eerste opvangonderwijs voor anderstalige nieuwkomers in de regio Eemland. Jongeren van 12 tot 18 jaar leren zo snel mogelijk Nederlands en worden via verschillende routes voorbereid om door te kunnen stromen naar het reguliere onderwijs: naar praktijkonderwijs, vmbo, havo, vwo, mbo of vavo.
De gemeente Amersfoort en het Taalcentrum vinden het vanuit het perspectief van opvang, integratie, scholing en voorkomen van voortijdig schoolverlaten zeer belangrijk om meer zicht te krijgen op de verdere schoolloopbanen van deze kwetsbare doelgroep. KBA Nijmegen heeft daarom onderzoek uitgevoerd waarin de schoolloopbanen van de jongeren, na uitstroom bij het Taalcentrum, verder gevolgd zijn. Een uniek onderzoek in Nederland.
Uitstroom naar vervolgonderwijs
Ruim driekwart van de leerlingen die het Taalcentrum verlaten, is jonger dan achttien jaar. De uitstroom van deze leerlingen is dan ook meestal gericht op vervolgonderwijs.
Een klein deel is achttien jaar of ouder. Voor deze groep zijn de uitstroommogelijkheden veel beperkter. Ruim de helft gaat naar de Entree-opleiding in het mbo. Twintig procent wordt direct al voortijdig schoolverlater en heeft dus geen startkwalificatie behaald.
Uitstroom naar lagere onderwijsniveaus
Gemeten in het schooljaar na de uitstroom blijkt het overgrote deel van de oud-leerlingen van het Taalcentrum onderwijs te volgen. Opvallend is dat zij overwegend op de lagere onderwijsniveaus zitten. Relatief veel oud-leerlingen gaan naar het praktijkonderwijs: van de 12-17-jarigen onder de oud-leerlingen zit zeventien procent in het praktijkonderwijs. Ook gaat een grote groep naar de onderbouw van het vmbo en naar de mbo Entree-opleiding. Een deel van de leerlingen gaat naar de bovenbouw van het vmbo (vooral vmbo-tl), maar slechts een enkele leerling gaat direct door naar havo, vwo of naar de hogere mbo-niveaus. Opvallend is dat een behoorlijk deel van de oud-leerlingen naar het vavo gaat.
Leeftijd van belang: achttienjarigen
Leeftijd speelt zeker een rol in de uitstroombestemming. Degenen die bij uitstroom 18 jaar of ouder zijn kunnen gezien hun leeftijd niet meer terecht in het praktijkonderwijs of het voortgezet onderwijs – en dat geldt eigenlijk al voor jongeren vanaf circa 16 jaar. Zij volgen onderwijs in het vavo en voornamelijk mbo Entree, maar een groot deel van deze oud-leerlingen wordt voortijdig schoolverlater. Specifieke risico’s daarbij zijn er voor degenen waarbij geen ouders in beeld zijn, zij die in een specifieke opvang – amv, azc – woonachtig zijn, of die relatief korter op het Taalcentrum zijn geweest.
Twee manieren van kijken: Succesvolle doorstroom naar vervolgonderwijs
In aanmerking genomen wat de achtergrond is van de leerlingen op het Taalcentrum (zoals vluchtelingenproblematiek, kinderen hebben vaak geen onderwijs gevolgd, ouders die thuis geen Nederlands spreken) en ook hoe relatief kort zij pas in Nederland zijn, is het positief om vast te stellen dat de doorstroom vanuit het Taalcentrum naar vervolgonderwijs voor het overgrote deel van de leerlingen succesvol verloopt. Zij bereiken hun onderwijs van bestemming en vervolgen hun schoolloopbaan relatief succesvol: slechts weinigen vallen gedurende de schoolloopbaan uit, de onderwijsdeelname blijft hoog en velen kennen een progressieve loopbaan, waarin zij doorstromen naar een hoger opleidingsniveau.
Twee manieren van kijken: Grote verschillen met leeftijdsgenoten
Tegenover het positieve beeld van de succesvolle doorstroom staat de vergelijking van onderwijspositie van oud-leerlingen met die van leeftijdgenoten in de gehele onderwijspopulatie in de regio. De oud-leerlingen hebben een verklaarbare, duidelijke vertraging in hun schoolloopbaan. Maar belangrijker is dat zij ook (veel) vaker lagere onderwijsniveaus volgen en bereiken dan hun leeftijdsgenoten. Hoewel een deel, zoals gezegd, opklimt in hun schoolloopbaan, blijft het merendeel op een lager onderwijsniveau.
Voor een deel kan dat op latere leeftijd nog ingelopen worden. Zo volgt op twintigjarige leeftijd geen van de oud-leerlingen hoger onderwijs, maar zou dat later nog wel kunnen. Over het geheel genomen is echter het deel dat havo/vwo volgt (en doorstroomt naar hoger onderwijs) veel kleiner dan bij leeftijdgenoten.
Langere route voor oud-leerlingen Taalcentrum
Oud-leerlingen van het Taalcentrum hebben meer tijd nodig voor zij in het vervolgonderwijs goed uit de voeten kunnen. Die tijd wordt nu voor hen gewonnen door uitstroom naar praktijkonderwijs en mbo Entree. Twee onderwijstypen die relatief goed toegerust zijn om met deze doelgroep te werken. In het praktijkonderwijs is er ruimte voor meer persoonlijke begeleiding, maar ook voor praktijkgerichte vakken. Voor een ander deel starten de Taalcentrum-leerlingen op het vmbo om daarna op te klimmen naar een hoger niveau. Terwijl de Entree van MBO Amersfoort speciaal voor deze doelgroep is ingericht, geldt dat niet voor de andere typen vervolgonderwijs en meer specifiek geldt dat voor het vavo.
Auteurs: drs. Ton Eimers, drs. Annet Jager