Sinds de uitbraak van de COVID-19- of coronapandemie begin 2020 zijn rigoureuze maatregelen in
Nederland genomen om de gevolgen ervan voor de gezondheid van individuele burgers en de samenleving als geheel te beteugelen. Deze maatregelen hebben (ook) een aanzienlijke impact gehad op het onderwijs en de inrichting ervan. Zo was de afgelopen periode er een van grotendeels lege klaslokalen en collegezalen. Hoewel het afstandsonderwijs een uitkomst bood om het onderwijs zo goed mogelijk voort te laten zetten gedurende de coronapandemie, is het onvermijdelijk dat de getroffen maatregelen in het
onderwijs negatieve consequenties hebben gehad. Voor studenten in mbo en ho heeft het gevolgen gehad voor onder andere de studievoortgang, hun mentale welbevinden en sociale ontwikkeling.
Om studievertraging aan te pakken en studentenwelzijn te verbeteren is er door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) een nationaal herstelprogramma gestart als onderdeel van het Nationaal Programma Onderwijs (hierna NPO). In het bestuursakkoord NPO1 is de invulling van het NPO voor het mbo en ho vastgelegd. De maatregelen in dit akkoord zijn bedoeld om verdere studievertraging en leerachterstanden te voorkomen, en om opgelopen vertraging en achterstanden zo snel mogelijk in te halen. In voorliggend onderzoek, de Macromonitor NPO mbo-ho, wordt in kaart gebracht wat de impact is van maatregelen ter bestrijding van COVID-19 op het onderwijs en de arbeidstoeleiding, en of de ingezette NPO-middelen bijdragen aan het beperken hiervan. Het betreft een eerste tussenrapportage.
Auteurs: drs. Bianca Leest, Daniëlle van Helvoirt MSc